‘Weerwolven van Waraine’, een voorsmaakje

Benieuwd naar de sfeer en de personages uit ‘Weerwolven van Waraine’? Lees hier de eerste pagina’s van het boek, exclusief beschikbaar voor fans van ‘Boeken van Eva Linden

Proloog

‘Hallo, is daar iemand?’ Haar stem klonk angstiger dan ze zou willen. Ze draaide rondjes om haar as in een poging te zien wie haar besloop vanuit de duinen. Ze hoopte dat haar intuïtie haar bedroog. Een konijn schoot van achter een boomstam tevoorschijn. Zijn pupillen waren enorm en het zag er doodsbang uit. Het spurtte onder haar benen door en verdween achter de struiken aan de andere kant van het weggetje. Ongerust slikte ze een brok in haar keel weg.
‘Hallo?’ fluisterde ze nogmaals. Vlakbij haar knapte er een droge tak. Ze keek om, maar er was niemand te zien. Wie speelde er een spelletje met haar? Had ze maar naar de anderen geluisterd in plaats van koppig haar eigen zin te doen. Dan was ze nooit in deze situatie verzeild geraakt.
Ze deinsde verder achteruit en naderde de ingang van de grot. Opeens hoorde ze een krakende stem die zo zacht was dat ze niet eens zeker wist of hij echt was, of dat ze het zich alleen maar verbeeldde.
‘Wie bij de hond slaapt, krijgt zijn vlooien,’ mompelde de stem. ‘En wie in het gezelschap van de Weerwolf vertoeft, moet het ontgelden.’ De laatste drie woorden klonken meer als het gegrom van een beest. Ze snakte naar adem toen ze de stem herkende.
‘Nee! Jij!’ Ze deinsde achteruit en struikelde over een boomwortel. Ze begon te rennen en liep recht de grot in, want dat was haar enige ontsnappingsroute. Ze wist dat het erg dom was om zichzelf in te sluiten, maar er was niets anders dat ze kon doen.
De anderen hadden gelijk gehad, maar ze had niet geluisterd en hen uitgelachen. En nu was ze op de vlucht voor iemand die ze twee dagen geleden nog als een vriend had beschouwd. Een vriend die haar wilde vermoorden. Ze moest rennen voor haar leven.

  1. Gabriël

Gabriël drukte nerveus zijn nagels in zijn handpalm, zo hard dat er afdrukken in zijn huid achterbleven. Er was iets ernstigs mis met de situatie waarin ze verzeild waren geraakt. Hij voelde zich ietwat ongemakkelijk, en dat kwam niet alleen door het feit dat er een onbekend meisje met een donkere zonnebril voor de deur van hun vakantiehuis stond.
Nee, Gabriël kreeg vooral de kriebels van de mysterieuze sfeer die tussen de eeuwenoude naaldbomen hing. Alsof ze geheimen met zich meedroegen die het daglicht niet mochten zien. Een waarschuwend gebonk ontstond in zijn hoofd.
Gabriëls beste vriendin veegde het zweet van haar voorhoofd en nam het woord. Ze heette Guinevère, een ouderwetse naam die recht uit een roman over ridders en jonkvrouwen leek te komen. Ze werd door iedereen Ginny genoemd, een vrolijke afkorting van haar naam die beter bij haar kleine, tengere gestalte paste.
‘Wie ben jij?’ vroeg Ginny ruw aan het onbekende meisje dat zich voor de deur van hún vakantiehuis had geïnstalleerd. Gabriël, Christopher en zijzelf hadden deze vakantie al maanden geleden geboekt.
Gabriël vermoedde dat het meisje met de gebruinde huid en de lange nagels de poetsdame was, of misschien iemand die het huisje kwam inspecteren. Maar zij konden er toch niets aan doen dat het meisje zo traag was dat ze niet op tijd klaar was? Ze wilden nú naar binnen, zodat ze hun koffers konden uitpakken en misschien nog even naar het strand konden gaan voordat het donker werd.
‘Wie ben jij?’ herhaalde Ginny. ‘En wat doe je hier?’ Hijgend zette ze haar reiskoffer neer. Ze hadden het hele eind van het station naar het vakantiehuis te voet gelopen, daarbij de zware last van hun koffers en rugzakken met zich meetorsend. Ze hadden een stukje naast het water op de zeedijk gelopen, en waren via een smal, kronkelend paadje naar de top van de klif geklommen.
Het onbekende meisje zette haar zonnebril af en rolde met haar bruine ogen. Met de punt van haar hooggehakte schoen duwde ze tegen de koffer van Ginny. Er bleven enkele natte grassprieten kleven, alsook een veeg modder. Het meisje staarde naar Ginny’s versleten, tweedehands koffer alsof het ding elk moment kon ontploffen.
Gabriël kreeg het onaangename gevoel dat hij zich vergist had. Het meisje was geen poetsdame, en ze leek al helemaal niet geflatteerd door Ginny’s onbeleefde vragen. Ginny plukte nerveus aan haar vuilblonde, loshangende haren. Haar lichtbruine ogen vielen extra op in het felle zonlicht door hun bijna gouden kleur.
Uiteindelijk richtte het meisje haar blik op Gabriël en kleedde hem zowat uit met haar ogen. Ze volgde iedere beweging die hij maakte en keek ongegeneerd naar zijn borstkas en zijn middel, die gelukkig gehuld werden in een T-shirt. Ze blies een roze kauwgombel en liet die knappen.
‘Mijn naam is Shania. Ik ben uitgenodigd door een vriend en logeer deze week in dit vakantiehuis,’ beantwoordde ze Ginny’s vraag. Ze weigerde Ginny aan te kijken en bleef haar blik op Gabriël richten. Shania’s ogen waren zwaar opgemaakt en de rest van haar gezicht had een laag oranje make-up gekregen. Haar lichaamsbouw was erg vrouwelijk, met slanke benen en rondingen waar menig vrouw jaloers op kon zijn.
Pas na een minuut of wat sloeg ze haar ogen neer en prutste ze met haar lange, roodgelakte nagels aan de riempjes van haar hoge hakken.
Gabriël keek naar Ginny, wiens mond open hing van verbijstering. Na een paar seconden besefte hij dat hij haar houding kopieerde, en klapte hij zijn kaken op elkaar. Wat moesten ze doen? Eindelijk liet Christopher van zich horen.
‘Kijk, dit is onze factuur. Er staat een routebeschrijving op en het adres klopt.’ Hij haalde een verkreukeld papiertje uit zijn zak en streek het glad. Hij duwde het ding in Gabriëls handen en die controleerde het huisnummer nogmaals. Misschien hadden ze zich vergist? Gabriël tuurde met samengeknepen ogen naar het papiertje. Nee, het adres was juist. Verder was dit ook het enige huis in deze straat, dus ze konden zich niet vergissen.
‘Mijn vríénd heeft dit huisje gehuurd,’ beet Shania Ginny toe. Ze duwde zichzelf overeind, haar handen steunden stevig op haar kingsize koffer. ‘En jíj staat op óns domein, dus maak dat je wegkomt met je twee vriendjes, mislukte Kelly Bundy!’ Boos maakte ze een wuivend handgebaar dat niets aan de verbeelding overliet.
Door die beweging viel haar handtas op de grond. Ze schrok van het gerammel: wellicht waren haar parfum- en nagellakflesjes gebroken door de impact van de val. Haastig bukte ze zich om haar spulletjes op te rapen.
‘Waar blijft Anthony?’ mompelde Shania tegen zichzelf. Ze keek speurend door de straat en gromde. ‘Verdomme, als Anthony hier was, zou hij dat klerewijf wel eens even duidelijk maken dat ze niet welkom was op onze date.’ Shania praatte over Ginny alsof ze lucht was.
‘Waar heb je het over?’ vroeg Ginny verbaasd. ‘Dit huisje is gereserveerd voor mij, Christopher en Gabriël. We vieren het einde van de examens.’ Ze wees naar de twee jongens die aan haar zijde stonden. Christopher was een stuk groter dan Ginny, maar net zo slank. Zijn halflange, blonde haar lag netjes gekamd in de plooi. Uiterlijk zag hij er kalm uit, maar schijn kan bedriegen natuurlijk.
Gabriëls gezicht was rood aangelopen en zijn prachtige, groene ogen schoten vuur. Hij was ongeveer even groot als Christopher maar droeg zijn donkere haar veel wanordelijker, alsof hij net uit bed kwam. Gabriël tuurde met samengeknepen ogen naar de routebeschrijving die hij in zijn hand had, alsof hij een schatkaart probeerde te ontcijferen.
Shania snoof minachtend en duwde haar zonnebril omhoog. Verder negeerde ze de anderen en tuurde in het rond.
Gabriël volgde haar blik. Tussen de bomen door zag hij de glinsterende zee, die een heel stuk lager lag dan de klif waarop zij zich bevonden.
Shania sloot haar ogen een paar seconden. ‘Ik vrees dat jullie het mis hebben,’ zei ze uiteindelijk. ‘Anthony zou nooit liegen tegen me.’ Met haar lange nagels grabbelde ze in haar handtas en haalde er een verfrommeld stuk papier uit. Ze vouwde het open, duwde het onder Gabriëls neus en snauwde: ‘Kijk dan. Het staat er zwart op wit. Uw reservatie loopt van maandag 8 juli tot maandag 15 juli. Kan je soms niet lezen? Ik denk dat jullie beter jullie koffers kunnen pakken en terug naar het dorp gaan, drie musketiers.’
De woorden hadden Shania’s lippen nog niet goed verlaten of er kwamen twee jongens het bos uitgelopen. De linkse was groot en breed, de rechtse klein en mager. Ze zagen eruit als Laurel and Hardy, en Gabriël moest zijn best doen om niet in lachen uit te barsten.

2. Bram

De jongens liepen naar het groepje ruziënde tieners toe. Ook zij sleurden beiden een zwaar uitziende rugzak met zich mee. De kleinste van de twee heette Koen en had eveneens een klein reiskoffertje bij zich. De breedgeschouderde jongen, die luisterde naar de naam Bram, glimlachte in eerste instantie nog, maar die lach verdween als sneeuw voor de zon toen hij zag wie er voor het vakantiehuisje stond. Ook de kleine jongen kreeg een blik van herkenning achter zijn Harry Potter-brilletje.
‘Bram, is dat niet dat gestoord wijf? Shania?’ vroeg Koen aarzelend. Hij wees naar de geblondeerde vrouw die op haar hoge hakken stond te wiebelen. Ze waren nog ruim buiten gehoorafstand, maar Bram gebaarde dat hij zijn mond moest houden.
‘Hou je mond, Koen!’ Bram wilde Shania niet uitdagen of een ruzie uitlokken. Vooral niet nu de avond nog zo jong was. Bovendien had hij geen zin in het oneindige gebekvecht van Shania, zeker niet na een dag als vandaag. Hoe toevallig was het dat ze Shania in Frankrijk tegenkwamen, op meer dan vijfhonderd kilometer afstand van huis?
Sinds die ochtend was alles misgegaan. Bram en Koen hadden zich allebei overslapen, en als klap op de vuurpijl was hun reservewekker niet afgegaan. Uiteindelijk was het al na tienen toen ze eindelijk wakker werden en beseften dat ze vandaag met de jeugdbeweging op kamp zouden vertrekken.
Toen ze zich haastig aangekleed en ontbeten hadden, bleek dat de rest van de groep zonder hen vertrokken was. Ze hadden hen gewoon achtergelaten.
Zoals verwacht reageerde Koen nogal hysterisch en somde hij alle mogelijke rampscenario’s op, maar Bram nam de touwtjes in handen. Ze liepen op eigen houtje naar het station en namen de trein naar Waraine, in de hoop hun vrienden daar terug te vinden.
Bram en Koen liepen steeds dichter naar het ruziënde groepje toe. Wat was er aan de hand? Waarom stonden al die mensen voor het vakantiehuis? Uiteindelijk waren ze zo dichtbij dat Bram de aanwezigheid van Shania niet langer kon negeren.
‘Hoi, Shania,’ begroette hij haar op een zo neutraal mogelijke toon. Shania rolde met haar ogen en kneep haar handen tot vuisten. Haar lange nagels prikten venijnig in haar handpalmen.
‘Wat doe jíj hier?’ blafte ze. ‘Kom je mijn vakantie verpesten? Heb je je afstotelijke vriendje meegebracht zodat jullie me het leven zuur kunnen maken?’ Met elk woord werd haar stem hoger van woede.
‘Waar blijft Anthony? Wat heeft dit circus te betekenen?’ mompelde ze tegen zichzelf. Shania keek naar Brams gezicht met de blauwe ogen en de vriendelijke lach. Bram kon zichzelf er niet van weerhouden om terug te denken aan de tijd toen hij haar vriendje was en haar liefdevol aankeek. Hij zag dat haar blik onwillekeurig naar zijn met een grappige quote bedrukte T-shirt gleed, waarachter een gespierde borstkas verscholen zat…
‘Koen en ik waren verdwaald. We hadden geen plek om te slapen en er reden geen treinen meer naar huis,’ meldde Bram droog. Zijn kalme stem rukte Shania overduidelijk uit een dagdroom, waarschijnlijk over zijn spieren. Het duurde een paar seconden voor ze doorhad dat ze eigenlijk ruzie met hen stond te maken. Ondertussen ging Bram verder met zijn uiteenzetting over waarom Koen en hij hier waren.
‘In het dorpje kwamen we een of andere vreemde snuiter tegen die vertelde dat we in zijn vakantiehuisje konden slapen. Hij zei dat er momenteel geen gasten waren en dat…’ De klap die Shania veroorzaakte door tegen de brievenbus te schoppen, deed Bram zijn woorden inslikken.
‘Niet waar!’ schreeuwde Shania stampvoetend. ‘Je liegt! Je liegt dat je zwart ziet! Jullie zijn me gewoon gevolgd om me te pesten! Jij en dat rotjong wilden me gewoon in de gaten houden!’
Ondertussen waren er nog twee jongens en een meisje opgedoken aan het einde van de weg. De nieuwkomers naderden snel en keken verbaasd op toen ze ontdekten dat er een hele groep mensen bij hun vakantiehuisje stond.
Het nieuwe meisje viel op door haar gigantische krullenbol en haar brede lach. De jongens hadden beiden donker haar dat alle kanten op stak. Een van hen droeg een bril.
‘Wat doen jullie hier?’ vroeg het meisje vrolijk. Ze heette Helen en haar glimlach was tot nu toe niet van haar gezicht verdwenen. ‘Nog meer mensen die we niet kennen? Ik dacht dat ik het ergste had gehad toen ik deze twee onderweg tegenkwam, maar blijkbaar staan me nog meer verrassingen te wachten.’ Ze trok haar rugzak een beetje hoger.
‘Houden we een bijeenkomst?’ grapte een van de jongens. Hij keek de anderen aan met een twinkeling in zijn bruine ogen, die verstopt zaten achter zijn iets te grote bril. ‘Zitten we soms bij de AA?’
‘Viktor, dit is niet het moment voor grapjes,’ maande de andere jongen hem aan.
‘Ga me nu niet zeggen dat jullie dit vakantiehuis óók geboekt hebben,’ gromde Shania. De nieuwkomers keken haar vragend aan. Ze wisten natuurlijk niet wat er zich de voorbije tien minuten afgespeeld had.
‘Dit zou het begin van een grappig verhaal kunnen zijn: een groepje jongeren die per ongeluk hetzelfde vakantiehuisje op hetzelfde moment geboekt hebben,’ merkte Christopher op. ‘En die elkaar niet kunnen uitstaan,’ voegde hij er stilletjes aan toe.
‘Klopt, hém kan ik zeker niet uitstaan.’ Shania priemde met een lange, roodgelakte nagel naar Bram. Hij haalde zijn schouders op en mompelde iets dat verdacht veel klonk als ‘idem dito’.

Zin gekregen om verder te lezen? Bestel dan nu jouw exemplaar via deze pagina of via de Facebookpagina van Eva

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag